Kwallen

Kwallen behoren tot het type holtedieren. Een kwal bestaat voor 98% uit water en is vrij eenvoudig. Het dier kan zich amper voortbewegen. Een kwal wordt meegenomen door de stroming van het water. Zo’n kwal kan zich slechts bewegen door met kop samen te trekken. Een kwal gaat dan omhoog.

Elke kwal is in het bezit van netelcellen. Deze netelcellen kunnen door een huid van de mens in de bloedbaan terecht komen. Dat geeft een gevoel alsof je door een brandnetel gestoken wordt. Op dat moment spuit een kwal gif in de bloedbaan. Dat gif geeft je een jeukend gevoel. Sommige mensen zijn allergisch voor kwallen en dat kan extra verschijnselen als hoofdpijn en misselijkheid opleveren.

In Nederland komen ongeveer vijf verschillende kwalsoorten voor. De oorkwal, kruiskwal, lampekapje, Portugees oorlogsschip, kubuskwal en leeuwenkwal. In de Noordzee komen over het algemeen geen gevaarlijke kwallen voor.

In andere oceanen zitten wel kwallen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mensen. De kubuskwallen kunnen met het gif mensen doden. Deze kwal zit alleen in de Indische oceaan en de Atlantische oceaan. Rond de tropen. Kubuskwallen kunnen met vier ogen kijken